Urker Kerkdiensten-archief
Home
Contact
Account
Inloggen
Registreren
Opname Details
Video
Titel
Kerk
Datum
Predikant
Meer informatie
Psalm 65 vers 1 & 3 1 De lofzang klimt uit Sions zalen Tot U met stil ontzag; Daar zal men U, o God, betalen Geloften, dag bij dag. Gij hoort hen, die Uw heil verwachten, O Hoorder der gebeên, Dies zullen allerlei geslachten Ootmoedig tot U treên. 3 Daar zal ons 't goede van Uw woning Verzaden, reis op reis, En 't heilig deel, o grote Koning, Van Uw geducht paleis. Gij, Gij zult vreselijke dingen Ons, in gerechtigheid, Doen horen, en ons blij doen zingen Van 't heil, voor ons bereid. Psalm 119: 19 & 25 19 Wend, wend mijn oog van d' ijdelheden af; Verlevendig mijn hart door Uwe wegen; Dat mij 't betreen dier paden vreugd verschaff'. Bevestig toch aan Uwen knecht den zegen, Waartoe Uw woord hem blijde hope gaf; Hij is oprecht tot Uwe vrees genegen. 25 Gedenk aan 't woord, gesproken tot Uw knecht, Waarop Gij mij verwachting hebt gegeven; Dit is mijn troost, in druk mij toegelegd, Dit leert mijn ziel U achteraan te kleven; Al 't geen Uw mond aan mij had toegezegd, Gaf aan mijn hart vertroosting, geest en leven. Hebreeen 11: 1-16 1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. 2 Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen. 3 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. 4 Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kain, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gave getuigenis gaf; en door hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. 5 Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. 6 Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken. 7 Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is. 8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou. 9 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte. 10 Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. 11 Door het geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd haars ouderdoms heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht, Die het beloofd had. 12 Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, zovelen in menigte geboren, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk ontallijk is. 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren. 14 Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken. 15 En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren; 16 Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. Psalm 27: 7 Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou, Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven? Ik was vergaan in al mijn smart en rouw. Wacht op den HEER, godvruchte schaar, houd moed: Hij is getrouw, de bron van alle goed; Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer; Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER. Psalm 56: 5 Ik roem in God; ik prijs 't onfeilbaar woord; Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord; 'k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord; Wat sterv'ling zou mij schenden? Ik heb beloofd, wanneer G' in mijn ellenden Mij bijstand boodt, en 't onheil af zoudt wenden, Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden, Door ijver aangespoord. Collecte W.A.L. Hulp verdrukte christenen Chr.Ger.Kerk Eben-Haezer NL65 RABO 0346 5304 15 Vragen aan prof. dr. Baars: abaars@tua.nl
Download